Text
                    NO. 803.
? Tv -5*r
ONTWERP-VOORSGHRIFT
VOOR HET
GEWEER tp. van 14 mm.
ч :	(0’55 inch R.B. Mk. i).
(Aanschrijving van 27 April 1943, le Afd. Nr. 7.)
LONDEN
1943

I. Algemeen 2 II. Beschrijving en. kenmerkcn ... Л'.У ...... 3 HI. Het nit elkaar nemcn en in elkaai zettcii . IV. Onderhou^' ~ z^... '' .л; : V. Ilet vullen en ledigen van het magazijn ...’• ... : 5- , " * : ' л VI. Het laden en ontladen' . ; ? >' ~ - r- VII. Het vizier stollen ... VIII. Richton on vuren ;< IX. , Schictoefeningen . ...’ . у X. К wets bare" pun ten van gepantserde voertuigen ... 6 6 ’ 1 7. 8 8. ii. ii
1 DEPARTEMENT VAN OORLOG. le Afdeeling. No. 7. De Minister van Oorlog Heeft goedgevonden vast te stellen het bij deze beschikking behoorende Ontwerp-voorschrift voor het geweer tp. van 14 mm. (0*55 inch R.B. Mk. 1). Londen, 27 April 1943. voor den Minister, de Luitenant-Generaal, (get.) J. F. VAN DER VlJVER.
2 Het GEWEER tp. van 14 mm. (0*55 inch R.B. Mk. 1). I. ALGEMEEN. 1. Gegevens. Gewicht 16,329 kg. Kaliber 13,97 mm. (0-55 inch). Gewicht mag., gevuld met 5 patr.: 1,106 kg. Lengte: 162,56 mm. 2. Doorslagvermogen (zie ook XII). Ofschoon de kogel het panteer van lichte gepantserde voertuigen tot 500 yards (= 457 m) kan doorboren en de bemanning buiten gevecht stellen, moet gewacht worden met vuren tot het voertuig binnen de 300 yards ( = 270 m) zone is. Er moet steeds naar worden gestreefd het pantser zooveel mogelijk loodrecht te treffen, aangezien het indringingsvermogen dan het grootst is. Bij de keuze eener opstelling zij men voorts indachtig, dat binnen de vorenbedoelde zone van 300 yards de trefhoek van gropteren invloed is dan de afstand, waarop wordt gevuurd. ' J .... * ' • . • 3. Opleiding. Er is zodvcel overeenkomst tusschen het geweer tp. en het gewone geweer, dat een soldaat reeds na enkele lessen het geweer tp. kan bediencn. Het is geen specialistenwapen en iedere soldaat dient in het vuren met het wapen te worden opgeleid. Ook dient hi] geoe- fend te worden in het richten, op korten afstand, dp kwetsbare deelen. van pantservoertuigen en hij moet deze deelen weten te kiezen (zie onder X). De geoefende soldaat moet geoefend worden in het vuren op bewegende doelen en uit verschillende soorten gedekte opstellingen. Een geoefend schutter moet in staat zijn ± 9 gerichte schoten per minuut af te geven. Op het geweer tp. kan het geweer van 5,6 mm (0*22 inch) worden aangebracht voor oefendoeleinderi. 4. Veiligheidsmaatregelen. Voor elke theorie worden het geweer tp., zoomede de magazijnen, oefenpatronen en patroontasschen door den instructeur geinspecteerd. Omdat het geweer tp. een bijna tweemaal zoo groote dracht heeft als het geweer, is het niet veilig op de geweerschietbaan te vuren zonder Speciale veiligheidsmaatregelen.
IL BESCHRIJVING EN KENMERKEN. 5. De benamingen van de ondlerdeelen van het geweer tp. zijn aangegeven in de figuren 1, 2 en 3. fig;- L
Schokdemper ftcvrs/eu/?
fig. 2.
5
6 6. Kenmerken. Kenmerken van het wapen : — Groote nauwkeurigheid, goed doorslagvermogen van den kogel; — betrekkelijk licht, gemakkelijk te verplaatsen en te vervoeren ; — bij het afvuren treedt een zeer zichtbare mondingsvlam op, gepaard aan een sterke luchtverplaatsing; — de schokdemper, samen met een sterke bufferveer en een gevoerd schouderstuk, verminderen den schok van het afvuren tegen den schouder; — de werking van de afvuurinrichting berust op gelijksoortige principes als die van het geweer. III. HET UIT ELKAAR NEMEN EN HET IN ELKAAR ZETTEN. 7. Het uit elkaar nemen. — Neem de staartstukhoes af; — draai den grendel een kwartslag en trek den grendel achteruit, tot hij stuit; = druk den drukkusp aaar bsuedeu ан am daa graadal uit — neem den schokdemper af door de drie schroeven los te draaien met het, bij het wapen behoorende, stuk gereedschap. Verder uit elkaar nemen is niet geoorloofd. 8. Het in elkaar zetten. — Plaats den schokdemper; — plaats den grendel in de lange sleuf. De slagpin mag daarbij niet door het vooreinde van den grendel uitsteken. Opmerking: Er zijn modellen van het geweer tp. waarbij de schokdemper niet afgenomen kan worden. IV. ONDERHOUD. 9. Om het geweer tp. schoon te maken, neemt men den grendel uit en eveneens den schokdemper. Haal met behulp van doorhaalkoord on flanellen lapje den loop door (koord zit in staartstukhoes). Ver- wijder kruitslijm uit de kamer met borstel en flanel. Maak alle overige deelen, alsmede het magazijn, met behulp van een zachten lap schoon. Voor het schieten met het geweer tp. moeten de loop, de kamer en de schokdemper droog zijn en olievrij.
7 10. Onismetten na een gasaanval. — Wrijf de handen goed in met anti-gas zalf, zoodat een zichtbare laag aanwezig is; — dep met gras of vodden (niet met het poetskatoen dat bij het gasmasker hoort en voor persoonlijke ontsmetting dient) de eventueele gasvloeistof van het wapen; — wrijf zeer stevig de besmette deelen van het geweer tp. in met zalf (de zalf moet zeer goed in het hout worden gewreven); — verwijder de zalf van de metalen deelen met gras, papier, enz., en vet opnieuw in ; verwijder niet de zalf van het houtwerk; — veeg overtollige zalf van de handen met poetskatoen en wrijf gedurende een halve minuut nieuwe zalf op de handen ; — veeg eventueele gasvloeistof van de munitie weg en verschiet deze munitie in de eerste plaats. V . HET VULLEN EN LEDIGEN VAN HET MAGAZIJN. 11. Het vullen. — Houd het magazijn in een hand, terwijl het rust op de knie of op een stevig voorwerp; — druk de plaat in en breng den onderkant van de patroon onder de omgebogen randen van het magazijn ; — druk de patroon in het magazijn en ga hiermee door tot het magazijn gevuld is. 12. Het ledigen. Druk elke patroon eruit met behulp van den zijkant van een kogel. VI. HET LADEN EN HET ONTLADEN. 13. Het laden. — Leg den veiligheidspal naar voren om en plaats, met het voorste deel eerst, het magazijn ; — open en sluit den grendel, ervoor zorgdragende, dat de grendelknop volledig neergcdrukt wordt; — stel den veiligheidspal op “ veilig ”; — omvat met de linkerhand den schouderstukgreep en met de rechter den beugelkropgreep, met den wijsvinger buiten den beugelkrop.
8 14. Het oiiiladen. — Leg den veiligheidspal naar voren om ; — druk met de palm van de hand op den magazijnpal en neem het magazijn af; — open en sluit den grendel, ervoor zorgdragende, dat de grendelknop voiledig ingedrukt wordt; — druk op den trekker; — stel den veiligheidspal op “ veilig.” VII. HET STELLEN VAN HET VIZIER. 15. Het stellen van het vizier moet beoefend worden achter een dekking, waar zoowel staande, zittende, als knielende kan worden geoefend. Ook moet de liggende houding beoefend worden voor Speciale gevallen. 16. Het vizier is links gemerkt met 300 en rechts met 500 (in yards). Voor den vizierstand van 300 yards (— 270 m) den knop naar links dfaaien. Voor den vizierstand van 500 yards (= 457 m) den knop naar rechts draaien. Opmerking : Op sommige modellen is een vizier aanwezig, dat niet gesteld kan worden en alleen tot 300 yards kan worden gcbruikt. VIII. HET RICHTEN EN HET VUREN. 17. Het richten. In het algemeen zal men bij het schieten met het geweer tp. vuren op zich bewegende doelen. De volgende algemeene regels moeten in het oog worden gehouden : — als het doel stilstaat, nadert of verdwijnt, richten op het midden van het doel (zie fig. 4); — als het doel zich zijwaarts beweegt, richten op een punt, gelegen de halve brecdte van het vizier voor het midden van het doel (zie fig. 5); — als het doel zich diagonaalsgewijze beweegt, richten op den voorkant (zie fig. 6).
9
10 jfa richten op oen cUaqoriaal- tank 18. Het vuren. Het magazijn plaatsen. Met het geweer tp. wordt van achter een dekking gevuurd. met of zonder gebruik van den voorsteun. Den voor- steun zooveel mogelijk gebruiken. Als de voorsteun gebruikt wordt, erop letten dat de loop vrij is van de dekking. Laad het geweer, den veiligheidspal in voorsten stand latende en stel het vizier. Voor het vuren met het geweer tp. is een correcte houding vereischt. Het schouderstuk moet tegen den schouder gedrukt zijn (in liggende houding, door het lichaam naar het geweer toe te bewegen). Leg de wang in de rust voor de wang en neem drukpunt. Houd het geweer stevig vast met beide handen, resp. op schouderstukgreep en op trekkergreep en richt als voorgeschreven is, daarbij beide ellebogen zooveel mogelijk vrij van de dekking houdend. Sieun nimmer tijdens het vuren met den rug tegen een dekking, muur enz., daar dit sleutel- beenbreuk kan veroorzaken. Als het magazijn ledig is, kan de grendel niet naar voren. Daarom moet deze geheel teruggeschoven worden, voordat een nieuw magazijn geplaatst kan worden. Soms wordt in opgelegden stand geschoten zonder voorsteun. In dat geval is de voorsteun opgeklapt tegen den loop. Opmerking: a) Om den loop hooger of lager te krijgen, draait men den voorsteun hooger of lager. 6) Op sommige modellen is de voorsteun een tweepoot.
11 IX. SCHIETOEFENINGEN. 19. De bediening van het geweer tp. bestaat uit twee man, t.w. de schutter en de helper. Zij dienen de oefeningen uit te voeren achter verschillende soorten dekkingen. Speciaal toezien, dat de mon- dingsvlam gemaskoerd wordt (ook denken om de luchtverplaatsing door het afgaan van het schot). De opstelling moet steeds beoordeeld worden t.o.v. vijandelijke waameming. Denk dus steeds: “ Kan de vijand de opstelling zien en hoe kan ik dat voorkomen ? ” 20. Oefeningen. Vuren op resp. stilstaande, naderende, zich verwijderende, zijwaarts- en diagonaal bewegende doeleri (zie fig. 4, 5 en 6). Op alle schietbanen, waar met het geweer tp. geschoten wordt, moeten schuilloopgraven gegraven zijn, waaruit het schieten in staande houding beoefend kan worden. X. KWETSBARE DEELEN VAN GEPANTSERDE VOERTUIGEN. 21. Het is van groot belang, dat de schutter de kwetsbare deelen van de gepantserde voertuigen kent. Deze zijn : a) De kijksleuven van den bestuurder, de schutters en den commandant. b) De onder- en bovenkani van het voertuig. De voorkant en de zijden zijn meestal het zwaarst gepantserd. De onderkant is lichter gepantserd dan de bovenkant. Momenten om op den onderkant te vuren, kunnen zich voordoen als bijv. de tank “ steigert ° om een steilen wand te nemen of om uit een greppel te klimmen. Tengevolge van den ronden vorm van den onderkant moet op korten afstand gevuurd worden om zeker te zijn van doorslag. c) De rupsbanden. Het voertuig is slechts zoolang beweeglijk als de rupsbanden het uithouden. De rupsbanden van de zwaarste tanks kunnen door directe treffers van het geweer tp. worden kapotgeschoten.
12 XL MUNITIE. 22. De munitie wordt als volgt meegevoerd : In den wagen, waarin het wapen wordt meegevoerd, 200 patronen per geweer. Hiervan 160 in 16 banden (2 bonders van 5 patronen), en 40 in 8 magazijnen. Deze 8 magazijnen zijn te alien tijde bij het geweer. XII. DOORSLAGVERMOGEN. Trefhoek. Afstand. 90 graden. 70 graden. 50 graden. yards/meters. inch/mm. inch/mm. inch/mm. 100 91 0-91 23,3 0-67 17 043 11 300 270 0-82 20,9 ’ 0-63 16 0-38 9,6 500 457 0-74 18,8 0.60 15,3 0-35 8,8 Grootste doorslagvermogen: steenen muur: 35 cm. zandzakken: 25 cm. Gedmkt in Engeland door Waterlow & Sons Limited, Londen.